Cees Nooteboom ontvangt dit najaar de Prijs der Nederlandse Letteren, toegekend door de Nederlandse Taalunie.
Cees Nooteboom (1933) trok in zijn jeugd na een opleiding in kloosterscho¬len liftend door Europa – een gebeurtenis die hij gebruikte voor zijn debuutroman Philip en de anderen (1955). Een jaar later verschijnt zijn poëziedebuut De doden zoeken een huis. In 1956 begint hij ook aan een ander deel van zijn carrière, de reisjournalistiek.
Hij werkt voor Het Parool, Elsevier, de Volkskrant en het glossy tijdschrift Avenue. In 1963 worden zijn reisverhalen gebundeld onder de titel Een middag in Bruay, gevolgd door Een nacht in Tunesië (1965) en Een avond in Isfahan
(1978). Met Rituelen (1980, F. Bordewijkprijs en de Amerikaanse Pegasusprijs voor de beste niet-Ameri¬kaanse roman) breekt Nooteboom door bij het grote publiek. Naast romans, poëzie en reisverhalen schreef hij ook enkele toneelstukken.
Zijn boeken werden in meer dan dertig talen vertaald. Voor zijn gehele oeuvre ontvangt hij de Constantijn Huygensprijs (1992). In 2004 is Cees Nooteboom de P.C. Hooftprijs toegekend.
s’ Nachts komen de vossen
Van Cees Nooteboom
€17,90 Hardcover
Rituelen
Van Cees Nooteboom
€10.- na 31 dec. €12,50
Hardcover
De Omweg naar Santiago
Van Cees Nooteboom
€19,90 Hardcover
Allerzielen
Van Cees Nooteboom
€19,90 Hardcover
Berlijn 1989-2009
Van Cees Nooteboom
€23,90 Hardcover
*In het buitenland heeft u voor uw werk al vele onderscheidingen ontvangen. Nu krijgt u de prestigieuze Prijs der Nederlandse Letteren. Wat betekent dat voor u?*
Een bekroning van meer dan een halve eeuw schrijven in het nederlands.
Hoe mooi buitenlandse prijzen ook zijn, erkenning in het eigen taalgebied
is nog net iets anders.
*Uw laatste verhalenbundel ’s Nachts komen de vossen werd door pers en publiek enthousiast ontvangen. Welk verhaal uit deze bundel is u het meest dierbaar?*
Ik mag daar natuurlijk niet kiezen, want ik heb ze allemaal met veel plezier
geschreven. Maar als ik eerlijk ben gaat het om de twee verhalen met
eenvoudige titels: Heinz en Paula.
*Dit voorjaar verscheen bij De Bezige Bij een jubileumeditie van uw beroemde reisverslag De omweg naar Santiago. Het boek wordt nu alweer herdrukt. Wat is het geheim van deze klassieker?*
Ik weet het niet. Het boek komt nu uit in het koreaans, er zijn twee Chinese
vertalingen, een Zweedse, een Braziliaanse, Poolse, Portugese, herhaalde drukken
in Spanje, meer dan tien in Engeland, en Amerika, en veel in Duitsland en bij ons.
Het heeft te maken met Spanje als land, en met de pelgrimstocht zelf. Toen ik er in Australië uit voorlas, zaten er elf mensen in de zaal die zelf naar Santiago gelopen waren vanaf de Pyreneeën.
*Naast romans en reisverhalen schrijft u over literatuur en beeldende kunst. Na Thumbas en Ultima Thule verschijnt Het raadsel van het licht, waarin u over veel beroemde schilderijen schrijft. Welke invloed heeft de schilderkunst op uw schrijverschap?*
Wie over kunst wil schrijven moet goed kunnen kijken, en kijken is een
eigenschap die je ook nodig hebt als je over de wereld trekt om reisverhalen te
schrijven. Observatie is een kunst, die je ook bij romans en verhalen nodig hebt.