Aan het einde van de negentiende eeuw bestijgt een nieuwe sjah de Perzische troon. Hij volgt zijn vader op, maar hij mist de daadkracht en de ambitie om zijn stempel op het bestuur te drukken. De koning heeft meer oog voor zijn harem, de kersentuin, de jacht en zijn rijkdommen dan voor de situatie waarin het volk en het land verkeren. Het leiderschap in het economische machtsspel waarin Perzië met Engeland, Frankrijk en Rusland is verwikkeld, laat hij over aan zijn raadgever, de vizier. De handige politicus ziet in de samenwerking met de westerse landen grote mogelijkheden om hervormingen door te voeren die voorspoed zullen brengen. Maar tegen welke prijs?
In een prachtig historisch en tegelijkertijd actueel verhaal vol betoverende personages verweeft Kader Abdolah de harde strijd om bodemschatten, land en macht met de magische sfeer van het aloude Perzië.
Kader Abdolah (Iran, 1954) debuteerde in 1993 met de verhalenbundel De adelaars. Na De meisjes en de partizanen (1995) verscheen zijn eerste roman De reis van de lege flessen (1997), gevolgd door Spijkerschrift (2000), Portretten en een oude droom (2003), Het huis van de moskee (2005) en het tweeluik De boodschapper en De Koran (2008). Zijn boeken zijn in meer dan twintig landen vertaald. In opdracht van het CPNB schreef Kader Abdolah het Boekenweekgeschenk 2011, getiteld De kraai.