Over het lied van de ooievaar en dromedaris: “De jury koos voor een boek dat leest als een trein, maar tegelijkertijd wel het nodige van de lezer vraagt. Het zit barstensvol doorwrochte intertekstualiteit, stroomt over van de bewonderenswaardig ambitieuze stijlwisselingen en bevat buitengewone reflecties op het schrijverschap. Ieder afzonderlijk hoofdstuk is als een goudklompje en gezamenlijk vormen ze een literaire tour de force.”